Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide de koning tot hem: Waarom spreekt gij meer [van] uw zaken? Ik [57]heb gezegd: Gij en Ziba, deelt het land. 57. Te weten, toen mij voorkwam dat Ziba u ongelijk had gedaan; of ik zeg; dat is, verordineer en beveel. Zoveel had Ziba met zijn praktijken bij dezen, anderszins zeer wijzen koning, uitgericht, dat hij een verering bekomt, inplaats dat hij vanwege zijn schandelijke ontrouw aan Mefiboseth bewezen, en leugentaal, waarmede hij den koning had bedrogen, verdiend had gestraft te worden.